Stel je voor: Lionel Messi weet precies uit te leggen hoe het doel van de tegenstander eruit ziet en wat de beste weg erheen is. Hij legt je ook uit, waarom het voor Barcelona zo belangrijk is de bal daar in te schieten. En hij spreekt het voornemen uit er de komende wedstrijd minimaal 10 keer op te schieten. Maar als hij de bal krijgt, schuift hij hem consequent terug op zijn eigen keeper. Zouden we hem dan de beste voetballer ter wereld noemen? Nee, natuurlijk niet! Dat is hij, omdat hij voortdurend zelf scoort of anderen onmisbare kansen schenkt.
Toch is dit precies wat er fout gaat bij veel bijeenkomsten. We constateren dat het anders moet. We bespreken met elkaar wat er dan precies anders moet. We spreken onze tevredenheid uit over hoe iedereen zijn best doet om het anders te laten worden. We stellen vast hoe we zaken kunnen veranderen. En we spreken de wens uit er nu echt mee aan de slag te gaan, beter samen te zullen werken, beter met elkaar te zullen communiceren en ga zo maar door.
Maar als het puntje bij paaltje komt, vertrekken we naar de borrel met uitsluitend een imposante verzameling algemeenheden. Of erger nog: we schuiven de verantwoordelijkheid af op elkaar, waardoor niemand iets doet. Bij te veel bijeenkomsten ontbreekt de laatste stap: meetbaar resultaat, harde afspreken, concreet vervolg.
Pas als we consequent bij iedere bijeenkomst scoren, winnen we de champions league.