Terugblik op de carrière van een boegbeeld voor de eventsector: Riemer Rijpkema

Riemer Rijpkema neemt afscheid als directeur van branchevereniging CLC-Vecta. Als dank voor zijn bijdrage aan de eventsector werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Vandaag blikt Kevin met hem terug op zijn carrière.

Kevin Van der Straeten
Reageer op deze tv aflevering

Heb je al een account op eventplanner.be? Meld je aan
Heb je nog geen account? Schrijf je comment hieronder:

Ook beschikbaar als podcast:

Ook via podcast:

Listen on Google PodcastsListen on Apple PodcastsListen on Shopify

Transcript

Dag Riemer, welkom in de studio.


Dag Kevin.


Eerst en vooral van harte gefeliciteerd. Jij bent gekroond, geslagen, ik weet niet hoe je dat moet noemen, tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Eigenlijk voor heel je carrière.


Ja, dat heb ik begrepen, ja.


Wat deed dat met jou, op het moment dat je plots, want we hebben hier die foto, het lintje opgespeld kreeg?


Ja, ik zal je zeggen dat…

Ik heb dat echt niet zien aankomen. Ik moet zeggen dat het heel bijzonder is dat...

Eigenlijk is alles wel geheim gehouden voor mij. Ik wist echt niet wat ik kon verwachten. Ik was natuurlijk wel uitermate nieuwsgierig. Toch wel een beetje dingen navragen en...

Maar ik wist het gewoon niet.

Er was een afscheid. Maar wat het ging inhouden? Ook in de voorbereiding van de algemene ledenvergadering voorafgaand. Ja, daar heb ik natuurlijk gewoon in meegedacht. En mijn input gegeven. Maar wat er ging gebeuren?

Ook in de line-up van de agenda kon ik niks ontdekken. Dus ik was verrast. En zeker toen men, op een gegeven moment, aangaf dat er een speciale gast zou zijn. En waarvan men ook wel aangaf dat ik niet zou weten wie dat zou zijn. Dat was ook inderdaad zo. En toen bleek dat de burgemeester van Vlissingen te zijn. En toen ik dat hoorde, dacht ik van: oké, wat zou dit zijn?. Ja en voor ik het wist stond hij voor me en, nu ja, de rest weten we.


Maar dat is een heel mooi bekroning op jouw carrière. Op jouw werk. Want je hebt natuurlijk...

Er is een reden waarom je dit gekregen hebt, hé. En ik zou graag met jou eens terugblikken op die carrière. Op die verwezenlijkingen. En misschien moeten we dan helemaal terug naar het begin gaan. Jij bent natuurlijk in de branche zelf gestart.


Ja, dat klopt. Ik had, zeg maar...

Ik was partner in een beursorganisatiebureau: Expocare. En dat was door een echtpaar opgestart. Een heel erg goed bureau. Heel mooi bureau hadden ze ervan gemaakt. En zij zochten een partner erbij. Dan mocht ik aanhaken. En wij organiseerden, zeg maar, een kleine twintig beurzen. Jaarlijks. Business-to-business en business-to-consumer. En, ja, zo ben ik eigenlijk in de...

Ik organiseerde daarvoor wel zelf een aantal kleine activiteiten. Maar dat mocht natuurlijk, in vergelijking met dit, geen naam hebben. Ja en zo is het eigenlijk gestart. En na een aantal jaren zijn we door de jaarbeurs benaderd. Of wij belangstelling hadden om die portefeuille aan de jaarbeurs te verkopen. Nu, daar hebben we met elkaar overleg over gehad en hebben we uiteindelijk daartoe besloten. Eén van de afspraken was, bij die overname, dat wij meegingen naar de jaarbeurs. En dat we daar een rol gingen vervullen. Mijn partner ging een adviserende rol vervullen. En uiteindelijk werden de deelnemingen die de jaarbeurs had, op dat moment, ook mijn kant opgeschoven. Dus, activiteiten die ze hadden overgenomen en een meerderheidsaandeel in hadden. En dus, dat traject. En nadat ik bij de jaarbeurs ben weggegaan, ben ik naar Libéma gegaan. En daar ben ik, binnen de holdingdirectie, verantwoordelijk geworden voor de beurs- en evenementenportefeuille van Libéma. En het voordeel daarvan was dat je ook verantwoordelijk werd voor de locaties, die Libéma had.

 

Ja en daar krijg je natuurlijk ook heel veel inzicht in het managen van locaties en alle aspecten die daarbij een rol spelen en alle verschillende inkomstbronnen die daar, zeg maar, relevant zijn. Alsook de kosten binnen zo'n locatie. En als je natuurlijk zelfstandig, voor eigen rekening en risico, beurzen en congressen hebt georganiseerd, alsook dat je dus aan die locatiekant kunt kijken en nog aan de kant van een aantal grootschalige publieksevenementen, die dan voor eigen risico binnen Libéma werden georganiseerd. Ja, dat heeft mij natuurlijk wel heel erg geholpen in mijn carrière, moet ik zeggen.


Absoluut. Was je op dat moment ook al betrokken bij het verenigingsleven?


Het was zo dat ik voorzitter was van de FBTN. De Federatie Beurs en Tentoonstellingen Nederland. En er was nog een andere vereniging. Dat was de vereniging ESAH met name. Met veel standenbouwers als lid maar ook veel faciliteitenleveranciers. En de vereniging Nederlandse Congresbelangen. Met name, zeg maar, congresorganisatoren en locaties.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat, vanuit de ESAH, Onno Laarhoven, de voorzitter toentertijd, mij benaderde, met de gedachte van: zullen wij eens aan tafel gaan om eens wat dingen samen af te spreken? Of we misschien de krachten kunnen bundelen. De gedachte die we hadden, toen, waarom we dat zouden doen, was, met name, omdat wij vonden dat het medium live communicatie werd ondergewaardeerd.


In welke periode zaten we toen?


Dat was 2005-2006. Dat dat werd ondergewaardeerd. Dat was ook zo. Dat werd eigenlijk onvoldoende meegenomen in een soort vanzelfsprekende afweging. In een marketingcommunicatiemix van bedrijven. En wij vonden dat we daar wat aan moesten doen. Dat we dat medium beter moesten positioneren. We dachten: als we de krachten zullen bundelen, hebben we ook meer power. Financieel maar ook met wie we zijn. Daarbij vonden we dat, in de belangenbehartiging, het ook krachtiger kon. En we zagen tegelijk, in het verlengde, dat ook als je het hebt over kennis en netwerk, dat we daar met de leden voordelen in zouden halen. En als je dat dan allemaal samen zou voegen, dat die achterkant, dus die backoffice, zo'n bureau-organisatie, prima samen zou kunnen functioneren. We dachten van: ja, we moeten het eigenlijk wat verbreden. Want als je het dan hebt over die media en wat dan dicht bij elkaar aansluit, zouden congressen ook moeten aansluiten. Dus hebben we VNC, toentertijd was Hans den Dekker voorzitter, benaderd. En toen hebben we eigenlijk in de Heren van Oranje, in Breda, dat was een mooie gedachte, een akkoord bereikt met elkaar om de verenigingen samen te voegen. We hebben toen gekozen om het eerste jaar de backoffice activiteiten samen te voegen. Om te kijken van: hoe werkt dat nu? Een soort snuffelperiode. En dan ook, tegelijkertijd, activiteiten te organiseren op hetzelfde tijdstip. Waarbij de verenigingen die activiteiten in eenzelfde gebouw en locatie organiseerden. En dat dan daarna, zeg maar, een soort happy hour of netwerkmoment was. Om met elkaar kennis te maken. En toen zijn we in 2007 gestart.

 

Nu, je gaat er snel over. In de zin van: we zijn daar tot een akkoord gekomen om samen te voegen. Heb je daar geen weerstand in ondervonden? Dat bepaalde verenigingen toch liever hun eigenheid wilden behouden?


Nee, het interessante in wat jij nu vraagt is dat dat echt niet zo was. Het ging wel om het feit dat, wat je zegt: die identiteit was natuurlijk belangrijk. Nou, wij dachten dat we dat op dat moment goed geborgd hadden. Maar we hebben wel de eerste jaren geleerd dat...

Omdat wij ervan uit gingen dat het samenbrengen van al die aspecten uit die keten, het eindproduct voor onze gezamenlijke eindklant ten goede zou komen. Want uiteindelijk gaat het daarom, natuurlijk. Dat was toch meer de veronderstelling, dat dat zo makkelijk bewaarheid werd.

Omdat, wat jij zegt, dat gevoel om toch dingen zelf te kunnen doen of, zeg maar, het herkennen van die eigen identiteit of de eigen problemen, daarvan merkten we wel dat dat toch wel...

Dat begon wat op te komen, dat herkende men te weinig. En we merkten ook dat met zo'n vereniging, waarbij alles was samengevoegd, het toch niet zo voor de hand liggend was, dat je iedereen, zeg maar, naar tevredenheid kon faciliteren.


En hoe hebben jullie dat dan aangepakt?


In eerste instantie zijn wij gestart met een aantal hoofddoelgroepen. Faciliteren, organiseren, accommoderen. Wat nu meer de locatie, de organisatoren en de toeleveranciers wordt genoemd. Daar hadden we ook, zeg maar, bestuurtjes opgezet. Die dat dan moesten gaan regelen voor die achterban. Dat werkt niet zo goed, uiteindelijk. Ook omdat je te maken hebt met: een locatie, die kan ook zelf organiseren. Die doet ook iets op het gebied van congressen, om een voorbeeld te noemen. Dus dat liep niet zo goed. En toen zijn we, eigenlijk vanaf 2010, wat meer naar de media gegaan. Dus naar de beurzen, naar de congressen, naar de incentives, naar entertainment et cetera. En dat is eigenlijk gebeurd op het moment dat de VECTA, als vereniging, aansloot, waardoor het CLC-VECTA is geworden. Uiteindelijk hebben we dat losgelaten en is iedereen gewoon lid van het geheel. Wij hebben natuurlijk met name de zorg om te zorgen dat iedereen, vanuit zijn oorspronkelijke bloedgroep, voldoende wordt bediend. En voldoende, zeg maar, van kennis wordt gefaciliteerd en bediend. En daar hebben we nu, denk ik, een heel goede slag in gemaakt. Waarbij dan de belangrijkste uitdaging voor de vereniging is om te zorgen dat er voldoende evenwicht is in alle bloedgroepen. Dus dat bloedgroepen vinden dat er voldoende medeprofessionals, uit die specifieke achtergrond, lid van die vereniging zijn.

 

Je hebt daarnet al een paar belangrijke redenen aangehaald van waarom zo'n belangenvereniging belangrijk is, hé. Het lobbywerk. Het behartigen van die belangen. Wat je heel vaak ziet, en dat vind ik dat jullie wel heel goed hebben aangepakt, is dat er ook heel veel, hoe moet ik dat zeggen, tussen de bedrijven onderling competitie is. Naar elkaar kijken als echte concurrenten in plaats van samenwerken. En we waren er toevallig nog in het vorige gesprek, voor we de opnames startten, over bezig. Ik vind wel dat je daar een heel interessante kijk op hebt.


Ja, laat ons zo zeggen: ik denk, ook nu, dat ook COVID ons leert dat samenwerken uitermate belangrijk is. Dat zijn allerlei aspecten waarin wij een rol kunnen gaan spelen. Ik denk dat het sowieso heel belangrijk is, omdat we niet weten wat op ons af komt, dat we onze organisaties heel lenig inrichten. En aan de andere kant zorgen dat we onze mensen behouden. In die lenigheid. Want dat is natuurlijk een heel belangrijk punt om kwaliteit te kunnen leveren. Maar ik denk dat je ook, voor jezelf, heel goed moet kijken dat je je specifiek vooral richt op die dingen waar je echt in kunt uitblinken. Waar je goed in bent. En dat moet je eigenlijk met elkaar combineren. In misschien wat meer openheid in samenwerking in die keten. Omdat, uiteindelijk, die eindklant, zeg maar, die moeten we optimaal bedienen. Die moeten we een optimaal product kunnen leveren. En dat doe je alleen als je bereid bent om daar echt in samen op te trekken. Dus ik hoop dat één van de uitkomsten van COVID is, dat we ons dat goed realiseren. Dat we daar gewoon nog meer aan werken, met elkaar. Want dat is, denk ik, ook een heel belangrijke voorwaarde om vooral lenig te kunnen zijn.


Stel dat ons meer van dit soort zaken, onverwachte scenario's, gaan overkomen. Ja, het is woord is daarnet gevallen, hé. De COVID-crisis. Op dat moment is lobbying echt super-essentieel geworden. Had je het gevoel dat, vlak voor die Coronacrisis, jullie er al stonden? Of hebben jullie nog een inhaalbeweging moeten doen, op het moment dat die crisis begon?


Ja, dat is een interessante vraag, want wij waren helemaal, volstrekt, onbekend. En wij hadden, ja...

Kijk, wij reageerden een beetje reactief, als ik het heel eerlijk moet zeggen. Op het moment dat er zaken waren als...

We hebben de uitdaging met de BTW gehad. De WKR. Zo zijn er allerlei zaken qua wetgeving of fiscaliteit die erbij kwamen. En daar reageerden wij, eigenlijk, toch wel wat reactief op. Of zodat je in dat stadium niets meer kon veranderen of kon beïnvloeden. Nu overkwam ons dit en toen...

Eigenlijk ben ik met twee standenbouwers en een faciliteitenleverancier naar Den Haag getogen. Nadat ik een ondernemersvertegenwoordiging, Ondernemend Nederland, ONL, had gebeld. Hans Biesheuvel. Van: joh, wat moet ik nu doen? En hij heeft een tweetal Kamerleden gevraagd om met ons te praten. Dat was eigenlijk het begin, in februari of begin maart 2020. Maar al heel snel merkte ik, na dat gesprek: iedereen was super enthousiast. Van: hé, we gaan ermee aan de slag. Het werd heel snel, vanuit die Kamerleden, doorgezet naar medewerkers van de fractie. En toen dacht ik: dit gaat niet werken. Dus toen zijn we zelf aan de slag gegaan. Zijn we zelf gaan proberen met kabinetsleden, op dat moment Staatssecretaris Keijzer, in gesprek te komen et cetera. Toen ontwikkelde COVID zich. Toen merkten we ook, als eventplatform...

Terwijl dat eigenlijk een gremium was, dat bij elkaar kwam op het moment dat er een probleem was of een uitdaging. Want voor de rest wilde iedereen vooral zijn eigen ding doen. We hebben de handen ineen geslagen en gezegd: ja, dit moeten we echt gezamenlijk gaan aanpakken. En dat ging toen heel natuurlijk. En heel vanzelfsprekend. En toen hebben we eigenlijk...


Maar ook heel snel.


Heel snel, ja.

 

En dat is me echt opgevallen. Want als ik dat dan...

Ik mag dat zeggen: als ik dan in België kijk. Uiteindelijk zijn we daar ook geraakt maar het heeft ons langer geduurd dan de snelheid waarin jullie hebben kunnen schakelen.

In het begin.


Ja.

Maar even jouw vraag, want dat is, denk ik, heel belangrijk. Om echt in die belangenbehartiging en lobby te blijven investeren. We hebben in die twee jaar bereikt dat...

Je hebt natuurlijk een evenementenbranche. En als je in Nederland kijkt heb je natuurlijk de publieksevenementenbranche, je hebt de zakelijke evenementenbranche, je hebt sport en cultuur. En eigenlijk werd alles met publieksevenementen geassocieerd. In COVID.


Ja, want een festival, dat kennen we maar de rest is moeilijk.


Precies, precies.

Terwijl de hoofdmoot van de taart, die wordt natuurlijk bepaald door de zakelijke evenementenbranche. Als je het ook in getallen uitdrukt. 5,2 miljard ten opzicht van 2,2 miljard aan omzet. En dus, wat we gerealiseerd hebben, en daar ben ik het meest trots op, is het feit dan in Den Haag nu over zakelijke evenementenmarkt of zakelijke evenementensector wordt gesproken. En dat men heel goed weet waaruit die nu bestaat. En ik zal je zeggen, wat ook heel belangrijk is: men had geen enkel besef waaruit een keten bestond. Wie is nu allemaal bij een evenement betrokken? Direct en indirect. En wie heeft er allemaal last van, op het moment dat er iets gebeurt? Men kan men wel zeggen: ja, er is een standenbouwer of er is een leverancier in logistiek of in AV-apparatuur. You name it. Maar dat er hotels of andere logistieke partijen of andere leveranciers bij betrokken zijn, of restaurants rondom locaties, die er allemaal last van hebben, of die alleen maar daarvan leven, daar had men geen enkel besef van.

Dus ik denk dat dat de belangrijkste slag is geweest. Dat men nu heel goed begrijpt dat dat zo is. En dat men ook inderdaad ziet dat dat een heel andere piece of cake is dan een publieksevenement. En dat je ook daar anders naar moet kijken met maatregelen.  Omdat: het is niet zo dat wij met honderden mensen op elkaar staan. Je hebt natuurlijk ook wel eens, zeg maar, een corporate event. Maar goed, als je kijkt gewoon naar de congressen, je kijkt naar incentives, je kijkt naar beurzen, dat zijn heel andere events.


Absoluut. Nu, jullie hebben de afgelopen twee jaar iets heel mooi opgebouwd. Die relatie met die overheid, die is met vallen en opstaan gegroeid. Hoe moet die lobbyorganisatie nu verdergezet worden? Want je wilt dat natuurlijk niet verliezen. Op het moment dat het goed gaat is het risico altijd groot om te zeggen van: ja, we doen weer lekker verder. En we kijken er niet meer naar. Maar dat lijkt me geen verstandige piste.


Nee, we hebben natuurlijk...

Je leert veel in die tijd. Het belangrijkste is, denk ik, dat...

In het begin werd ook, vanuit de vereniging, bedrijven: ja, je moet een lobbyist inhuren.

Ja goed, wat krijg je dan? Er zijn heel veel bureaus die zich op dat "vakgebied" begeven. En dan krijg je advies over dat je een brief moet sturen of wie je moet benaderen et cetera. Maar er is eigenlijk niemand die jou met een bewindspersoon om de tafel zet. Dat moet je echt zelf doen. Dus het is echt de persoonlijke relatie en de manier waarop je met mensen omgaat. En dat is ons vak, hé? Oprecht interesse tonen. Ook snappen waarom iets niet kan. Hoe gefrustreerd je mogelijkerwijze ook bent. Dat is heel bepalend in de relatie. En met de hoge ambtenaar, die dan toch bereid is om met je te praten.

Ook in een soort regelmaat. Die ook bereid zijn, voor je, toch te zorgen dat je weer met elkaar aan tafel komt. Of dat je, op een bepaalde wijze, met bewindslieden aan tafel bent geweest en zegt: oké, dat is toch op een heel aangename manier, met begrip voor elkaars standpunten, verlopen. Dat je weer de gelegenheid krijgt om met ze te praten. Dus het is echt die persoonlijke relatie waarin je moet investeren. Je ziet wel wisseling bij ambtenaren, na een aantal jaren. We hebben nu ook een aantal nieuwe ambtenaren. Betekent dat je weer moet investeren. En voor de lobby, op termijn, betekent dat dat dat de kern zal zijn om te doen. Ik blijf het voor de vereniging nog een tijd doen maar wij gaan ook natuurlijk kijken, dat wij ook iemand inschuiven. Ook vanuit de vereniging. Die, zeg maar, als je naar de zakelijke evenementenkant kijkt, ook op de hoogte is, ook kan opvangen. Maar dat is ook iemand die mee moet bouwen aan die relatie. Die zo bekend moet worden. En waarbij ook, zeg maar, dat een relatie is tussen mensen. Waarom mensen graag met elkaar willen praten of, in ieder geval, de tijd willen nemen voor elkaar. Dat is echt uitermate belangrijk.


Ja, één aspect hebben we het nog niet over gehad.

Je hebt natuurlijk ook heel veel bijgedragen aan onderzoeken die gebeurd zijn voor de sector. Waar we, eigenlijk, de laatste jaren heel veel uit geleerd hebben. Hoe is dat voor jou verlopen?


Ja kijk, wat je leert is al heel snel, dat heb ik altijd al gevonden, dat was ook toen ik met de beurzenmonitor startte...

Kijk, aan veronderstellingen heb je niks. Dat betekent: een ander kan ook een veronderstelling op tafel leggen en dat wordt altijd een moeilijke discussie. Dus het is altijd veel makkelijker praten als je, zeg maar, over feiten praat. En dan kunt u altijd discussiëren over hoe betrouwbaar iets is maar je hebt in ieder geval een vetrekpunt, een uitgangspunt, om over te praten. En dan hou je ook een beetje regie over daar waar je het over hebt. En dus vandaar dat we ook nu hebben gezegd van: we moeten onderzoeken doen. Aangeven van: hoe groot is nu die markt op het gebied van de zakelijke evenementen. Nu, wat je net al aangaf: die 5,2 miljard.. Met ruim 70.000 mensen die dan in die zakelijke kant werken. En we hebben gezegd van: nu moeten we zien dat we op tafel leggen van, wat is nu die afgeleide omzet? Ongeveer of in ieder geval tenminste. Van die markt.


En had je die cijfers op dat moment?


We hadden niks.


Dus die ben je op dat moment nog allemaal moeten gaan halen.


Daar zijn we mee aan de slag gegaan. Dat hebben we met bureau Respons gedaan. Van Lex Kruijver. En we hebben, zeg maar, de impactcijfers, waarbij we ook zelfs ruim tot negen miljard kwamen. Wat we dan aan totaal doen. Want we hadden natuurlijk wel de voorbeelden van Amsterdam RAI. Van: iedere euro die daar wordt besteed, dat is acht euro in de directe zakelijke regio rondom de locatie. Nu, dat zijn wel cijfers waarvan je merkt dat in de lobby, en ook in Den Haag: dat heeft impact. Want dat blijft hangen. Nou oké, hier gaan we importantie uit afleiden. En ik denk, in alle gevallen...

Maar wat voor onderzoek je ook doet, want het gaat natuurlijk ook over veel meer onderzoeken.  We hebben ook onderzoek gedaan over de waardemodellen voor beurzen en de waardemodellen voor congressen. Om ook bewijslast te leveren dat het echt iets oplevert. Maar dan moet je er wel op een bepaalde manier mee aan de slag. Dan heb je ook een stuk met elkaar, ook met klanten, om over te praten.


Als we nu vooruitkijken...

Want we hebben nu teruggeblikt op een heel mooie periode. Waar jij echt knappe dingen gerealiseerd hebt. Nogmaals, dat is ook waarom je, terecht, dat lintje natuurlijk gekregen hebt.


Waar ik even bij wil opmerken, dat je het natuurlijk altijd met elkaar doet, hé. Dus, ik bedoel...


Maar dat siert je dat je dat zegt.


Maar we doen het allemaal met elkaar. Wij, met de branche, zijn er natuurlijk allemaal professioneel mee bezig. En anders lukt het ook niet.


Het siert je dat je dat zegt. Maar toch, ook voor jou, heel hard gefeliciteerd daarmee.

Als we vooruitblikken: hoe zie jij de toekomst voor de sector?


Nou, ik kijk heel positief naar de toekomst. Omdat het ontegensprekelijk zo is, en dat heeft iedereen zich nu gerealiseerd, dat live natuurlijk wel het verschil maakt. We hoeven daarover niet te praten. Dat is gewoon zo. In alle aspecten is dat zo.


Dat is wel bewezen.


Het is echt iets anders als wij elkaar hier zien of dat we bellen met elkaar.


Ja, dat is ook fijn maar dit is toch anders.


Precies. Maar ik denk...

Maar wat je nu wel ziet, is, bijvoorbeeld, dat we allemaal blij zijn dat we weer live konden. Maar je ziet toch weer een kleine nuance. Dat we allemaal druk zijn. En dat, als we met elkaar bellen, bijvoorbeeld: ja, beetje druk, zullen we even Teams doen? En zeker in een kleine groep. Dat iedereen dat heel snel goed vindt. Dus het moet zich nog een beetje gaan settelen, de nieuwe werkelijkheid in dat traject. Live zal sowieso altijd het verschil blijven maken maar ik denk dat we ons wel moeten realiseren dat,  in de liveconcepten die we hebben, er ruimte moet zijn voor hybride componenten. Die echt onderdeel van dat concept gaan zijn. En we hebben nu, natuurlijk, omdat we overvallen werden door Corona, zijn die hybride componenten, in heel veel gevallen, er een beetje naast georganiseerd. Waardoor het sowieso een heel dure exercitie is geweest. Maar ik denk dat we ons moeten gaan realiseren dat we naar concepten toe moeten, waarbij we deze component onderdeel gaan maken. Waarbij ik denk dat je ook in staat bent om je community langer, doorheen het hele jaar, op een goede manier te kunnen bedienen. Waarbij je je, aan de andere kant, ook moet realiseren, dat de mensen die daarbij betrokken zijn, vanuit je eigen organisatie, zich nog meer in die materie moeten vastbijten. Zodat ze nog relevanter zijn voor die doelgroep. Zodat je ook die community, op een goede wijze, kunt voeden en beïnvloeden. Dus ik denk wel dat je je concept moet verrijken met hybride componenten. Maar live zal sowieso het verschil maken.


Natuurlijk.


En ik vind, aan de andere kant, dat we ook bereid moeten zijn...

En daar denk ik dat we heel veel winst kunnen boeken. Omdat we dan, zeg maar, ons eindproduct voor die eindklant, nog beter kunnen maken, ook qua pricing. Dat is dat we met elkaar nog meer moeten kijken, ook in het kader van verduurzamen, van hoe kunnen we het slimmer doen met elkaar? En dat is natuurlijk ook vooral slim voor ondernemers en natuurlijk niet alleen groen. Dat we in die keten veel meer naar elkaar moeten kijken. En moeten voorkomen dat we door blijven gaan met allemaal van die losse business modelletjes aan elkaar geschakeld.

Wat dan uiteindelijk leidt tot een eindproduct en dat wat we de eindklant aanbieden en wat die moet betalen.

Dus ik denk dat, ja, als we bereid zijn om daar ook in te investeren en daar met elkaar naar te kijken, en echt ook effort in te stoppen, we een heel goede toekomst tegemoet gaan. Maar dat kan niet zonder dat we dit gaan doen. Maar dat is mijn overtuiging.


Dat is een heel mooie toekomstvisie. Ik heb daar heel weinig op aan te merken.

Hoe ziet voor jou persoonlijk de toekomst eruit? Wat ga jij doen?


Ik heb in ieder geval voor mezelf...

Wat ik zeg: ik heb met de vereniging afgesproken dat ik beschikbaar blijf en dat ik, zeker tot het einde van het jaar, de lobby ga doen. En voor het overige heb ik nu...

De komende weken zijn er best wel een aantal dingen af te handelen. Op een goede manier. En ja, ik denk dat ik het even op me af laat komen. Er zijn best wel wat vragen geweest of ik ergens in wil bijdragen of toetreden. Maar ik heb ook wel zoiets dat het misschien goed is om het even op me af te laten komen. Want voor je het weet, dan ben je overal mee bezig. En dus, ik laat het even op me af komen. Maar er zijn nog zoveel leuke dingen te doen. Dus ik blijf zeker actief.

Alleen, als je nu heel eerlijk aan me vraagt van: "hoe ziet dat eruit?", durf ik dat niet te zeggen. Ik wil in ieder geval proberen om dat, zeg maar, wat te dossieren, zodat ik de goede keuzes maak.


Ik wens je ontzettend veel succes en dank voor je komst naar de studio.


Heel graag gedaan.


En u, beste kijker, bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week.

Advertenties