Bedrijven die investeren in podiumproducties in België kunnen daar belastingvermindering voor krijgen. Daarover zijn de regeringspartijen het gisteren eens geraakt.
De formule van de taxshelter is de voorbije tien jaar uitgegroeid tot een broodnodige manier om films van eigen bodem gemaakt te krijgen. Bedrijven worden aangemoedigd om te investeren in filmproducties door die investeringen fiscaal aftrekbaar te maken. De regeling wordt nu doorgetrokken naar podiumkunsten. Het wetsontwerp kwam er op vraag van Open VLD en MR.
"De nieuwe taxshelter geldt voor alle podiumkunsten", beklemtoont Didier Reynders, die bevoegd is voor de federale culturele instellingen. "Zowel een circusvoorstelling als een opera kan op die manier gefinancierd worden." Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar je kan vermoeden dat het in eerste instantie grotere instellingenzullen zijn die op de kar springen - al is het maar omdat zij al met bedrijfssponsoring geworteld zitten in een netwerk van investeerders.
Het fiscale principe is vergelijkbaar met dat voor film. Reynders: "Investeringen in een podiumproductie worden voor 50 procent fiscaal vrijgesteld, maar er is wel een investeringsplafond van 750.000 euro. Een productie mag ook niet meer dan 2,5 miljoen euro van haar budget uit taxsheltergeld halen. Vijftig procent van het investeringsgeld moet in België gespendeerd worden."
Leen Laconte, algemeen directeur Overleg Kunstenorganisaties (OKO), reageert positief maar ook afwachtend. Zij hoopt vooral dat dit geen impact zal hebben op de subsidies.
