Eventtechniek: de basics

Wat moet je als eventmanager weten op het vlak van eventtechniek? René Pouwelse is jouw gids door een jungle aan eventtechniek.

Reageer op deze tv aflevering

Heb je al een account op eventplanner.be? Meld je aan
Heb je nog geen account? Schrijf je comment hieronder:

Ook beschikbaar als podcast:

Ook via podcast:

Listen on Google PodcastsListen on Apple PodcastsListen on Shopify

Transcript

Wat moet je als eventmanager weten op het vlak van eventtechniek? René Pouwelse is jouw gids door een jungle aan technologie en apps.

 

Dag René, welkom in de studio.

 

Dank je wel, Kevin.

 

Heel wat eventmanagers zien het bos door de bomen niet meer, als het over eventtechniek gaat. Kan jij dat begrijpen?

 

Ja, dat is eigenlijk heel logisch. Er is zoveel techniek tegenwoordig en het wordt ook steeds mooier. Het wordt steeds groter. Het wordt steeds beter ook, dat is het goede nieuws.

Maar ja, doordat er zoveel is, wordt het ook steeds lastiger om, ja, je te focussen op: wat heb ik nou nodig en wat zou ik graag willen? Want daar zit, volgens mij, wel een verschil.

 

Jij als expert, wat vind jij dat ik, als een eventmanager, zou moeten weten over techniek?

 

Nou, ik denk dat het belangrijkste om te weten, is, dat techniek ondersteunend is aan je event. Dus het is altijd ondersteunend aan de boodschap, het doel van het evenement. En daarbij is het dan van belang dat wat er technisch moet gebeuren, dat dat feilloos geregeld is. Dat is fase 1. En daarna kun je gaan kijken van: goh, als het nou nog extra leuk moet, of extra mooi, of extra veel impact, wat heb ik dan nog van mogelijkheden? Ja, en die zijn bijna eindeloos. Maar daar zit altijd wel een prijskaartje aan, uiteraard.

 

Nu je zegt: die basis die moet werken. Dan neem ik aan: een spreker moet een microfoon hebben. En die moet ook gewoon werken.

 

Ja, zou heel fijn zijn.

 

Ja, maar dat is niet altijd zo op een evenement.

 

Nee, jij zegt het en mij verbaast het een beetje. Het is 2018. Ik doe dit nu een jaar of vijfendertig en heb op heel veel gebieden en op heel veel momenten het idee van: nou, het is fantastisch wat er op dit moment gebeurt. En toch kom je nog dingen tegen, op de weg, dat je denkt van: hoe kan het, anno nu, dat, inderdaad, een microfoon het niet doet? Dat kan, hé. Technisch kan er altijd iets uitvallen. Dan is vervolgens de vraag: wat gebeurt er en hoe wordt er gereageerd? Maar ook dat... Bijvoorbeeld, als je twee sprekers hebt: zijn er twee microfoons? Ik vind dat een soort penny wise, pound foolish. Neem er dan in ieder geval drie.Zorg dat je een reservemicrofoon hebt en dat soort dingen.

 

Maar gebeurt dat dan niet, omwille van budget? Of omdat mensen er gewoon niet bij stilstaan, dat het kan misgaan.

 

Ik heb het gevoel dat het meestal wel budgetgedreven is. En daarom vind ik het voor eventmanagers zeker van belang dat ze begrijpen dat, in verhouding tot het totale budget, hebben we het hier altijd over peanuts. Dus je neemt een heel groot risico, om bij je eventtechniek over het randje te balanceren. Terwijl, als je, nou ja, iets meer uitgeeft, heb je gewoon rust.

 

Ja, want een congres zonder microfoon, is geen congres. Dan houdt het op.

 

Nou, tenzij voor vijf mensen, dat is nog te doen met de menselijke stem. Maar dat klopt. En het gaat inderdaad om basisgeluid, basislicht.Ja, dat is echt dé basis. Als iemand niet zichtbaar is, niet hoorbaar, ja, waarom ga je dan een evenement doen?

 

Maar basislicht, dan bedoel jij, bijvoorbeeld, wit licht, om ervoor te zorgen dat de mensen op het podium gewoon zichtbaar zijn.

Nou ja, je moet sowieso zorgen...

Kijk, ik geef af en toe colleges eventtechniek en dan gaat het erom: waarom ga je geluid of licht gebruiken? Nou, geluid is heel simpel, mensen moeten hoorbaar zijn. En als er meer mensen zijn, dan je met een menselijke stem kan bereiken, moet je eigenlijk geluidsversterking hebben. Dat is al vrij snel. Als het donker is, heb je licht nodig om iemand zichtbaar te maken. Anders is die gewoon onzichtbaar. Dat klinkt heel simpel, maar zo is het ook echt. Heb je een ruimte, waar heel veel daglicht is, dan kun je je afvragen: heb ik überhaupt licht nodig? Want is er heel veel daglicht, dan zijn lampen eigenlijk overbodig. Dan kun je wel praten over sfeer en dat soort dingen, maar dat is een andere discipline. Dus het gaat er eerst om: wat heb ik echt nodig? Waarom ga ik dit evenement doen? Wat is het doel? Wat moet er dan gebeuren? En welke faciliteiten horen daar, per definitie, bij?

Je gaf daarstraks aan, vanaf dat die basis vervuld is, dan wil je natuurlijk net gaan kijken van...

Ja, je wil niet alleen dat het evenement, dat die spreker, bijvoorbeeld een congres, ik vind dat een mooi voorbeeld, een congres, dat die spreker, dat je die kan horen, dat je die kan zien. Maar je wil ook dat die in een mooie setting staat, dat die een indrukwekkend scherm achter zich heeft. Enzoverder. Maar dat is dan de volgende stap?

Ja, in mijn optiek is dat de volgende stap. Er zijn misschien mensen, die vanuit een andere positie gaan kijken. Die eerst zeggen van: het moet er fantastisch uitzien en dan gaan we zorgen dat het heel goed hoorbaar en zichtbaar is. Dat is prima, als dat dan ook zo is. Maar ik vind het wel een gevaar. Ik zou zeggen: doe eerst wat moet. Dan wat leuk is en vervolgens wat er nog op de plank ligt aan extra's.

Als we over techniek spreken, dan vallen er ook altijd heel wat technische termen uit de lucht. Wat zijn zo de basisterminologieën, die een eventmanager toch op zijn minst zou moeten kennen?

Ja, je hoort natuurlijk heel veel spreken over, bijvoorbeeld, Front of House. Ja, als je die term nooit hebt gehoord, heb je eigenlijk geen idee wat het is. Maar je kunt het wel beredeneren. De voorkant van het huis, zou je kunnen zeggen. Maar ja, thuis heb je geen mixer. Maar het is eigenlijk...

Dus de gevel eigenlijk.

Ja, het is eigenlijk de plek waar de mensen, de toehoorders, zich bevinden. Nou, als je erover na gaat denken, is het heel logisch dat de geluidstechnicus tussen de mensen staat. Dat is altijd een spanningsveld in evenementen. Zeker in zakelijke evenementen, of diners, bijvoorbeeld. Want dan krijgt een opdrachtgevers zoiets van: ja, dan staat daar zo'n technicus, met een heleboel apparatuur. Tussen mijn dinergasten.

 

Ja, want eigenlijk wil je die techniek verstoppen.

Ik heb het jaren gedaan. En ik heb heel vaak te horen gekregen van: je kunt wel achter die pilaar, of achter die planten, of, met een beetje geluk, in de keuken. En dan zei ik altijd: dat kan wel, maar dan kan ik ook net zo goed naar huis gaan. Want dan kan ik mijn werk niet doen. En zo is het wel met techniek. Een geluidstechnicus hoort tussen de mensen. Ik zeg niet dat hij altijd exact in het midden moet zitten. Maar hij moet wel horen wat de mensen horen, anders kan hij het niet beoordelen. En dat geldt ook voor licht. Een lichttechnicus, een belichter, moet kunnen zien wat er gebeurt. Hij moet kunnen reageren op wat er gebeurt. Dus dat zijn wel belangrijke dingen. En daarom is, ja, als iemand zegt, de technicus zit Front of House, neem dat gewoon van de goede man aan, want dat heeft een reden.

Wat je tegenwoordig ook ziet gebeuren, is dat, zeker bij lichttechniekers, dat zij in een soort aparte cabine gaan zitten en dan op camera's werken. Maar dat is dan eigenlijk niet zo'n goed idee?

Nou ja, je kunt absoluut zien wat er gebeurt. En dat geldt overigens ook voor geluidstechnici. Je hebt natuurlijk wel locaties, waar je in een cabine zit. Dat is natuurlijk heel fijn voor de gasten, want je hebt geen last van mensen die zitten te praten met elkaar. Of overleggen. Of een regisseur die cues zit te geven. Maar ik vind, vanuit het oogpunt van technicus, vind ik het ook een belemmering. Want je bent gewoon minder betrokken, bij wat er in een zaal gebeurt. Je bent dan echt, laat ik het zo zeggen: je bent dan echt panelen aan het bedienen. Maar je bent niet bezig het evenement te upgraden. Want dat is wat je, in wezen, aan het doen bent.Als je als technicus... Tenminste, zo kijk ik naar technici. Je hebt technici die drukken op knoppen, want er moet iets gebeuren. Maar dat doe jij thuis ook, als je het licht aan doet.

Dan gaat het licht aan. 

Dan gaat het licht aan. Maar dat zegt niets over de sfeer en over de beleving van je evenement. Op het moment dat technici, professionele technici, in een zaal zitten en voelen wat de mensen voelen, dan hebben ze een toegevoegde waarde.

Ja, want dan kan je die timing beter gaan stellen en...

Dus: Front of House.

Wat nog? Ik zie hier...

Je hadden een aantal dingen op voorhand opgeschreven. Ik zie hier: rondzinger.

Ja. 

Wat is rondzinger?

Jij kent hem niet?

Nee, ik ken hem niet.

Dat is heel leuk. Je kent hem wel, maar je weet alleen niet dat hij zo heet.

Ik denk dat iedereen in de evenementenbranche wel eens heeft meegemaakt dat er, op een willekeurig moment, een hele harde fluittoon te horen is. Een piep.

Ach ja.

En dan, nou, iedereen grijpt naar zijn oren. Dat is logisch, want vaak is het ook heel hard, heel spontaan, heel plotseling en je schrikt je gek. Ja, dat is gewoon een technisch, een natuurkundig verschijnsel.

Dat is feedback in de microfoon.

Nou, feedback is de Engelse term daarvoor. In Nederland noemen wij het een rondzinger. En het is eigenlijk een heel simpele wetenschap. Je maakt geluid, als spreker, bijvoorbeeld. Dat gaat door de microfoon. Dat wordt vele malen versterkt. Dat komt uit een speaker. En als er meer geluid uit de speaker komt en dat komt terug bij de microfoon en dat geluid is harder dan jouw eigen stem, wordt dat geluid versterkt. En niet meer je eigen stem. En dat gaat in een soort vicieuze cirkel rondzingen.

En wordt steeds luider en luider.

Wordt steeds luider. Op het moment dat niemand dan een schuifje dichtdoet, of de stroom valt uit, blijft dat gewoon altijd maar doorgaan en wordt het steeds erger. Dat is een rondzinger.

Maar heb je dat met moderne apparatuur nog altijd?

Ja hoor, want er zijn ook nog steeds artiesten die, in hun spontaan enthousiasme, op het moment dat ze geen, bijvoorbeeld, in-ear monitorsysteem hebben, dat is natuurlijk ook weer een heel technische term, maar floor monitors, die het geluid op de artiest projecteren, en die met hun microfoon de zaal willen laten meezingen, doen dit. Dat gaat goed. Maar doen ze dit, per ongeluk, dan gaat die microfoon direct in de speaker. En dan is dat rondzingmoment direct daar. Dus, dat kan nog steeds.

Dan moet je gewoon, als technicus, heel snel reageren.

Ja, er zijn er die dat kunnen. Maar dan moet je echt heel snel zijn en heel goed opletten wat er gebeurt.

Ja, maar oké. Dus kan voorvallen.

Maar, als ik nog één ding daarover mag zeggen, over dat rondzingen. Waar het vooral van belang is, als het gaat over, bijvoorbeeld: waarom zouden eventmanagers dit moeten weten?

Stel: je hebt een congres met een spreker en die spreker heeft een handmicrofoon. Wat iemand gaat doen, als die dat niet gewend is: die praat, die hoort zichzelf. En die heeft het gevoel dat het heel hard is. Die neemt meer afstand van de microfoon. En dat betekent dat die technicus, gaat het geluid versterken. Want het geluid wordt steeds minder. En daar zit een natuurlijke grens aan. En op het moment dat dat te ver gaat, dan krijg je die rondzinger.

Op het moment dat je dat aan de spreker kunt uitleggen, in twee zinnen, zal die de microfoon dichter bij zijn mond houden en heb je meer controle over het geluid. En zo simpel is het.

Ja.

Dat is dan kwestie van, als organisator, ook je sprekers even goed briefen over wat op het podium gaat gebeuren.

Misschien ook zeggen, als ze van die microfoontjes aanhebben met zendertjes, dat de technicus altijd kan meeluisteren. Dat is nog zoiets.

Ja en dat ze erop mogen vertrouwen, als ze naar het toilet gaan, dat die uit staat.

Maar het verdient aanbeveling om dat gewoon even af te doen. Want het kan wel eens tot situaties leiden, ja.

Nee, dat klopt. 

 

Ik heb hier nog staan: een seamless switcher, wat is dat voor een beest?

Ja, het is eigenlijk gewoon een stukje hardware en software, waarmee je verschillende bronnen naar een videoscherm kunt sturen. Er is een tijd geweest dat die dingen nog niet bestonden of heel duur waren, of heel complex. En dan had je de tijd, dat je, bijvoorbeeld, een laptop had en een dvd-speler om video's te vertonen. En dan was dat: klik, klak, en dan ging je, wat wij dan noemen, over zwart. Of het werd even donker. Of je zag een paar grote flitsen.

Nou, dat zijn we gelukkig voorbij, in de evenementen. En we doen dat dan, zoals dat heet: seamless. Dus, naadloos ga je van de ene bron, naar de andere. Dat kunnen dus twee laptops zijn, twee computers, cameraregie naar een computer, naar een video.

Het betekent gewoon, dat alles er meer uitziet als op televisie. Waar alles gewoon feilloos in elkaar over loopt.

Ja, als we het over switchen hebben, een dingetje, wat ik nog altijd zie, als ik ga spreken op een evenement, is laptops, waar dan video of geluid op staan.

Waar moet je daar, als organisator, rekening mee houden, als je dat allemaal wil, op een correcte manier, in een grote zaal gaan afspelen?

Nou, om te beginnen is het goed om dat van tevoren te overleggen met een technisch partner, of met de regisseur, of met allebei.

Er zijn heel veel verschillende soorten laptops. We hebben al, sowieso, de twee grote merken. Nou, die elkaar niet bijten, maar ze hebben wel een andere structuur. Vaak ook het afspelen van filmpjes. Bijvoorbeeld: binnen PowerPoint gebeurt dat op een andere manier, dan binnen Keynote. Het is dus heel goed, om het van tevoren te testen. Verder is het erg belangrijk: je hebt één scherm, je hebt verschillende laptops. En die laptops hebben soms verschillende resoluties of verschillende verhoudingen. Sommige PowerPointpresentaties zijn nog steeds in 4:3, terwijl de meeste schermen 16:9 zijn. En dat gaat dan alleen maar over de beeldverhouding. Maar zijn videoschermen van 16:9, in die verhouding, en je hebt een 4:3 PowerPoint, krijg je gewoon zwarte balken.

Dat is niet mooi.

Als je dat van tevoren weet, kun je een 16:9 presentatie maken. Of je kunt die zwarte balken vervangen door iets anders. Dat betekent dat je evenement gewoon er professioneler uitziet. Want die zwarte balken ziet iedereen. Het is niet iets wat onopgemerkt voorbijgaat.

Ja, natuurlijk.

En dat zijn dingen, die gewoon in vooroverleg, met een opdrachtgever, met een presentator en met een technisch producent of een regisseur, kun je dat heel makkelijk oplossen.

 

Dan hebben we 16:9. Hebben we het net over gehad.

Picture-in-picture.

Ja, eigenlijk zijn er tegenwoordig veel vergelijkingen te maken met televisie. We hebben...

Bij de evenementen hebben we een hele tijd gehad, dat je één scherm hebt en daar gebeurt alles op. Wat ik vaak zeg, is: kijk nou eventjes één stapje verder.

Laten we zeggen: je hebt een congres. Om dat maar even vast te houden. Met een aantal sprekers. Die sprekers hebben allemaal hun eigen presentatie. Maar jij, als producent, of als organisator van dat evenement, hebt ook een bepaalde branding bij dat evenement. Misschien heb je een thema. Het is leuk als dat thema continue ergens is. Dat kan, uiteraard, met banieren. Dat kan met allerlei printuitingen. Maar het kan ook op je scherm. En dan krijg je de vraag van: hoe ga ik dat dan doen? Nou, laten we zeggen dat je je scherm hebt met een bepaalde branding. Logo en thema. En daarin zet je die presentatie. Dat betekent dat je scherm blijft, zoals het is. Maar je maakt een kader waarin de presentaties plaatsvinden. Dat is iets kleiner. Dat betekent dat je altijd een soort raamwerk overhoudt. Wat jouw branding is, van je event.

Dan krijg je vervolgens de opmerking: ja, maar ik mag niet aan de presentaties van mijn spreker komen. De grap is: dat hoeft ook helemaal niet. Het enige wat je doet, is een stukje hardware en software toevoegen.

Die er gewoon iets rond zet. 

Ja. En wat die doet, is: ik heb een onderlaag, dat is mijn ondergrond. En daaroverheen, en dat is dus picture-in-picture, dus twee plaatjes in elkaar, of over elkaar. En dan kun je dus alle twee de dingen doen. Je kunt én een achtergrond hebben, én een voorgrond waar presentaties zitten. En daar kun je nog veel verder in gaan, want hoe geavanceerder die switches zijn, die dat kunnen, kun je ook meerdere plaatjes doen. Bijvoorbeeld: een presentatie en een live camerabeeld. En nog steeds je achtergrond hebben. Je kunt dynamische titels toevoegen. Je kunt alles laten bewegen. Het wordt steeds interessanter.

Een laatste vraag misschien. Die technologie verandert zo snel. Voor je het weet, zijn er weer heel wat andere toepassingen, apps. Voor alles heb je tegenwoordig een app. Hoe blijf je bij? Hoe zorg je dat je...

Want je wil, als organisator, natuurlijk ook altijd een stukje hip blijven. En wel mee zijn met die dingen.

Nou ja, sowieso is het altijd handig om de artikelen, de literatuur te volgen. De nieuwsbrieven met interessante apps. Maar kijk vooral of ze echt iets doen voor je evenement.

Mensen vragen mij ook wel eens van: ja, welke app moet ik dan hebben, als het gaat over eventtechniek? Dan zeg ik: ja, voor mij is eventtechniek iets wat we, als technisch producenten, voor iedereen tegelijk doen. Apps zijn eigenlijk meestal heel individueel. Dus dat is heel moeilijk, om daar iets gezamenlijks voor te doen. Tenzij je het hebt over een twitterwall, dan is het weer een ander verhaal. Maar apps, die moeten dus iets toevoegen aan je evenement. Als je daarmee kunt stemmen, of je kunt daar mensen mee meeten. Je kunt daarmee gaan netwerken. Dan vind ik het allemaal heel interessant en heel belangrijk. En verder moet je dat vooral voor jezelf bekijken: wat heb ik aan die app of wat heeft mijn organisatie aan die app? Wat levert het me op, ten gunste van het doel van het evenement? Want dat is natuurlijk altijd, uiteindelijk, het belangrijkste. En ook apps zijn ondersteunend aan de boodschap, net zoals eventtechniek.

 

Oké René, dat is een mooie om mee af te sluiten.

Dank je wel, René.

Graag gedaan.

En u, beste kijker, bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week.

 

Advertenties