Transcript
Dokter Theo Compernolle omschrijft open kantoorruimtes als gevangenissen voor het brein. Plekken waar we ziek worden, niet productief zijn en tegen de verwachtingen in zelfs minder samenwerken.
Dag dokter Compernolle, welkom in de studio.
Goeiendag.
U was hier al eerder, toen hadden we het over multitasking, Vandaag gaan we het hebben over open kantoorruimtes. We kennen ze allemaal. U bent daar niet zo'n grote fan van.
Ja, ik mijn workshops noemde ik dat op een bepaald moment 'brain jails'. Breingevangenissen. En dan zijn er regelmatig mensen in het publiek die dan reageren: "ja, maar mijn kantoor is geen 'brain jail', maar dat is een 'brain torture chamber'". Een martelkamer voor mijn brein.
Maar waarom is dat zo erg voor ons?
Het heeft te maken eigenlijk met het onderwerp dat we vorige keer bespraken. Dat is dat ons denkend brein niet kan multitasken. We kunnen geen twee dingen tegelijk doen met dat denkend brein. Dus elke interruptie is een switch. We hebben het er de vorige keer over gehad. We moeten ons brein omschakelen. Dan moet dus die informatie die in ons werkend brein zit naar het tijdelijk geheugen. En dus je zit voortdurend heen en weer te schakelen.
Dus die collega die begint te bellen, en zo verder.
En dat bellen. Dat voorbeeld van dat bellen is eigenlijk het mooiste voorbeeld, omdat ons brein de grootste stoorzender is die er is. Dus je hebt lawaai. Dus elke keer word je gestoord en ben je een stukje concentratie kwijt. Je kunt je daar overheen zetten, maar dat kost inspanning, waardoor mensen op het eind van de dag meer uitgeput dan nodig, en meetbaar uitgeput vertrekken. Maar het ergste zijn telefoongesprekken, omdat om verschillende redenen het bijzonder moeilijk is voor ons brein om daar niet van zijn a propos door te raken. Om daar niet afgeleid door te raken. En twee daarvan zijn eigenlijk makkelijk te begrijpen. Dat is: je hebt monologen; mensen zijn aan het praten. Je hebt dialogen; mensen die aan het praten zijn. Maar... Ik heb er een nieuw woord voor bedacht; een telefoongesprek is eigenlijk een demiloog. Je hoort iedere keer de helft van een gesprek. En dus eindigt elk deeltje met een cliffhanger. Wat gaat er nu gebeuren? Dus onze aandacht is getrokken van ons denkend brein, en dan: stilte. En die stilte, dat trekt dan ook weer de aandacht.
Wat is die aan het zeggen, ja...
Dus het is vandaar dat ik een heel eenvoudige tekst ontwikkeld heb om te weten of je in het juiste kantoor zit om denkwerk te doen. En dat is de telefoontest. Als je werk moet doen in het kantoor waarvoor je je moet concentreren, waarvoor je moet nadenken, en je kunt telefoongesprekken van andere mensen horen, dan zit je in het verkeerde kantoor. Zo simpel is het.
Die flexibele kantoorruimtes, daar voorzien ze dan meestal van die bubbels of geluidsdichte kamertjes, waar je dan kan gaan zitten op het moment dat je denkwerk moet gaan doen. Dat kan daar dan wel een oplossing voor zijn.
Ja, als het geen routinewerk is dat de mensen doen. Als het echt denkwerk is, als professionals en ingenieurs, juristen, economisten, wat dan ook, die denkwerk moeten doen, dan moet de prioriteit andersom. Hoe is het nu? We steken al die mensen samen in zo'n grote hangar. En als ze dan denkwerk moeten doen, dan kunnen ze zich afzonderen. Eigenlijk moet het omgekeerd zijn. Want die mensen verdienen het geld voor hun bedrijf met denkwerk. Dus het kantoor zou in eerste instantie afgesteld moeten zijn op denkwerk, en als de mensen moeten praten of telefoneren: wegwezen. Maar dus het basiskamp zou rustig en stil en ongestoord moeten zijn.
In je boek schrijf je: "hoe goedkoper het kantoor, hoe duurder het eigenlijk wordt".
Ja, dat is heel duidelijk. Dat zijn van die domme, echt domme besparingen. Ik heb het zelfs... Je hebt dat gezien in het boek. Ik heb het zelfs uitgerekend; wat je maximaal kunt winnen in een kantoor door het goedkoper te maken, door al die mensen samen te zetten. en wat je verliest op langere termijn; het leven van zo'n kantoor. Dat kantoor kost niets in vergelijking met het salaris van die mensen die daarin moeten werken.
Nee absoluut.
Ik heb zo een zeer extreme ervaring meegemaakt met een wereldbekend ingenieursbureau in een ander land. En daar hadden ze ook een nieuw kantoor gebouwd. En ik heb twee keer gewerkt met twee groepen van 30 mensen van die ingenieurs. Want er waren klachten van stress van die mensen. En de grootste bron van stress van die mensen was het kantoor. Dat zijn de duurste ingenieurs ongeveer die in de wereld rondlopen, die daar werken. Die mensen; in de ene groep kwamen ze gemiddeld 30% minder productiviteit, in de andere groep 40%. 30 mensen aan dat salaris.
Dat gaat over gigantische budgetten, elke maand opnieuw.
En daar was het wel heel erg, want als die mensen even rustig moesten nadenken, dan gingen ze aan de overkant van de straat in de Starbucks zitten.
Daar is het heel rustig natuurlijk.
Maar goed, waar zijn we nou in godsnaam mee bezig, hè? Je moet toch geen jaren gestudeerd hebben om te snappen dat er iets niet klopt?
Maar wat doen we er dan aan? Ik werk bijvoorbeeld in een kantoor in zo'n open ruimte. Ik heb me maar te plooien naar de baas die er op dat moment...
Jammer genoeg. Daarom heb ik dat hoofdstuk ook uit mijn boek 'Ontketen je brein' gehaald. Omdat dat hele boek gaat over zaken die je zelf kan doen, maar als je werkgever zo onwetend is en ze worden nog steeds gebouwd. Die dingen. Ze worden nog steeds gehuurd, geleased... Maar als je werkgever zo onwetend is dat hij dat nog altijd doet, kortzichtig onmiddellijk besparend, daar kun je zelf niets aan doen. Behalve, wat kun je doen? Dat is als het groot vuilnis buiten staat, het karton meepakken. Daar zo'n kleine paravan maken, een scherm maken en je zet dat rond je computer en dan...
Oordopjes.
Waspropjes, dat zijn de meest efficiënte, nota bene. Gewone waspropjes; kosten niet veel, maar dan moet je er wel bij een uitdrager een grote koptelefoon kopen. Je zet die erbovenop. En je zet dan op het karton: "om 11 uur ben ik weer helemaal tot je beschikking". Dus je beschermt je tegen de interrupties van buitenaf, maar je moet ook wel in staat zijn om je eigen interrupties, je eigen telefoontje uit te zetten. En dan werk je. Dus je probeert zoveel mogelijk interrupties uit te schakelen.
En verder een warme oproep naar de werkgevers om toch ook eens een keer verder te kijken?
Om een keer erover na te denken. Het is zo idioot. Het is zo volslagen idioot. Maar wat ik ontdekt heb, in bedrijven ook met... Ik heb nu twee keer opgetreden in een groot congres van zogenaamde facility managers, die daar die kantoren onderhouden en zo. Dat is dat de manager in het bedrijf; de directeur die verantwoordelijk is voor de facilities, de gebouwen enzovoorts, is niet de manager die verantwoordelijk is voor de mensen die er straks moeten gaan werken. De ene, die man die die mensen moet managen, die die breinwerkers moet werken, die verdient zijn bonus als die mensen fantastisch presteren, creatief zijn, goede ideeën hebben, enzovoorts. Maar de ander die verantwoordelijk is voor die kantoren, die verdient zijn bonus als hij zo goedkoop mogelijk, zo weinig mogelijk ruimte...
Belangenconflicten.
Ja totaal. Die persoon die verantwoordelijk is voor die kantoren, die denkt geen moment aan de miserie. Ik maak er een beetje een zwaar punt van, maar daar komt het eigenlijk op neer he? Dus op heel korte termijn besparen. En dat na lange termijn is dat geld dat door deuren en vensters naar buiten gegooid wordt.
Oké dokter Compernolle, bedankt voor je komst naar de studio.
Graag gedaan.
En u beste kijker: bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week!